|
Beleg van Antwerpen. |
||||||||||||||||||||||||||||
Antwerpen, beleg van (1584–1585), een van de belangrijkste fasen in de Tachtigjarige Oorlog. De bezetting in 1584 van de linker Schelde-oever en van gunstige posten op de rechteroever bracht Farnese geen onmiddellijk voordeel. Antwerpen had de belangrijkste dijken doorgestoken en bij elke vloed liep een groot gebied onder water; alleen de stad, de dijken en enkele eilandjes staken boven het water uit. Van een eigenlijk beleg was geen sprake, want langs de Schelde kwam geregeld bevoorrading uit Holland en Zeeland. Om deze aanvoer af te snijden versterkte Farnese de hulpdijk van de Kouwensteyn (zijn verbinding met het kamp van Mansfelt te Stabroek) en besloot hij een half vaste, half vlottende brug over de Schelde te bouwen. Daar het transport van het zware materiaal daarvoor langs de Schelde zou worden geblokkeerd door de Antwerpse vloot, liet Farnese een kanaal graven van Stekene tot aan de bouwwerf op de Schelde; drie versterkte forten beschermden de werken. Toen de brug in 1585 gereed was, verscheen de Hollands-Zeeuwse vloot onder bevel van Jan van Nassau in de Schelde en Marnix van Sint-Aldegonde (burgemeester van Antwerpen) trachtten een eerste maal de brug te doorbreken in de nacht van 4 april. Een drijvende mijn (de zgn. helse machine van Giambelli) sloeg een bres in de brug en doodde 800 Spanjaarden. De vloten van Nassau en Jacobsen bleven echter onbeweeglijk omdat zij het resultaat niet hadden kunnen waarnemen. Een tweede grootscheepse operatie had plaats op 26 mei. Terwijl Nassau
een afleidingsmanoeuvre uitvoerde tegen de brug, voer de rest van de vloot
onder Hohenlohe de ondergelopen polder in ten noorden van de Kouwensteynse
dijk. Marnix en Jacobsen kwamen aanzetten uit het zuiden. Men ging aan
wal en begon dadelijk de dijk door te steken, maar door een vlugge en
persoonlijke inzet van Farnese en door de gecombineerde actie met een
uitval van Aguila en Capizuchi vanuit Stabroek, duurde de actie op de
Kouwensteynse dijk zo lang dat het eb werd. Hohenlohe moest aftrekken
en de Antwerpse vloot liep vast bij de dijk. De aanvallers verloren 2000
man, Farnese slechts 600. De Antwerpse vloot verloor 32 bodems en 50 artilleriestukken.
Mede door de verslechtering van de internationale politieke toestand,
was Marnix verplicht te onderhandelen, wat zou leiden tot de overgave
van de stad op 17 augustus 1585. De dag dat Parma zijn intrede deed te
Antwerpen begon de Hollands-Zeeuwse vloot de blokkade van de Schelde.
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Munten |
|||||||||||||||||||||||||||||