|
Karel II. |
||||||||||||||||||||||||||||
(Spaans: Carlos II) (Geboren in Madrid op 11 nov. 1661 als derde kind – Overleden 1 november 1700 in Madrid 38 jaar oud), koning van Spanje van 1665 tot 1700, uit het Huis Habsburg, was een zoon van Filips IV en Maria Anna van Oostenrijk. Hij volgde zijn vader in 1665 op, maar stond nog tien jaar onder het regentschap van zijn moeder. Zwak en ziekelijk, liet hij zich eerst beheersen door de Oostenrijkse jezuïet Nidhart, die tijdens het regentschap de feitelijke regering voerde, maar door zijn mededinger Don José Juan, een onwettige zoon van Filips IV, werd verdrongen. Zijn gunstelingenbewind bracht Spanje verarming, anarchie en het verlies van Franche-Comté, steden in de Zuidelijke Nederlanden en de laatste bezittingen in Artesië (Vrede van Nijmegen, 1678). De kinderloosheid van Karels huwelijken met Marie Louise van Orléans en Maria Anna van Palts-Neuburg was de aanleiding tot de Spaanse Successieoorlog. Toen het ernaar uitzag dat de laatste Spaanse koning Karel
II kinderloos zou sterven, dachten enkele Europese vorsten dat de Zuidelijke
Nederlanden hen als een rijpe vrucht in de schoot zouden vallen. Zo hoopte
de laatste Spaanse gouverneur, Maximiliaan-Emmanuel van Beieren dat hij
over onze gebieden zou kunnen regeren. Karel II had echter Filips van
Anjou als zijn erfgenaam aangesteld. Filips was een kleinzoon van de Franse
koning Lodewijk XIV, en mogelijk diens opvolger. De Oostenrijkse keizer
Leopold I vond echter dat door een eventuele vereniging van de Spaanse
bezittingen met Frankrijk een te groot Frans-Spaans machtsblok zou ontstaan.
Tevens vond hij dat zijn zoon Karel VI ook in aanmerking kwam voor de
Spaanse erfopvolging. Toen Karel II dan uiteindelijk stierf in 1700 brak
de Spaanse sucessieoorlog uit die eindigde in 1713 met de Vrede van Utrecht.
De Zuidelijke Nederlanden werden toegewezen aan de Oostenrijkse Habsburger
Karel VI. Men sprak voortaan van de Oostenrijkse Nederlanden |
|||||||||||||||||||||||||||||
Munten |
|||||||||||||||||||||||||||||